Citroën GSA - het ruimteschip voor de burgerlijke melkweg
Heeft Citroën ooit auto's gebouwd, of aardgebonden ruimteschepen? De vraag rijst wanneer we kijken naar het commandocentrum (cockpit) van een vroege CX, BX of een GSA. Was het verleden echt zo futuristisch, en hoe saai perfect is ons heden? De Citroën GSA kwam in mijn jeugd keer op keer op, die werd gevormd door het merk met de dubbele chevron. Soms als GS (de originele versie), later als GSA Club of Pallas. En de instrumentatie trok altijd meer aandacht.

Het fascinerende futurisme van de Citroën GSA
Hij had het allemaal. Deze unieke futuristische mix van controlesatellieten die de oningewijde en vergrotende snelheidsmeter zou kunnen verwarren, plus digitaal ogende displays en pictogrammen waarvan het belang niet in twijfel mag worden getrokken.
Omdat het gewichtige rode "stop" -display boven dit alles troonde. Het gloeide wanneer de hydropneumatica niet meldden dat het klaar was om op te stijgen, of wanneer er iets mis was gegaan met de geplande sprong in de hyperspace.
Een tante van mij reed in een GS, daarna in een GSA, en de auto was zoveel cooler dan de Ford, die onze gezinsauto was. De GSA kon zweven, hij had een eenvoudigere vorm van hydropneumatiek gekregen, maar hij was niet zo indrukwekkend als de DS en later alle CX van de buurman.

Hij miste de luxe die de grote Citroën kenmerkte. Ter vergelijking: de GS/GSA-serie, die de opkomst van 2 CV en Dyane vertegenwoordigde, was een blikje. Veel blank metaal sierde het interieur, vooral als je reisde met de basisversie genaamd "Club".
Het werd beter met de overstap naar de goed uitgeruste Pallas-variant, als de basistoon van de boxermotor niet aanwezig was geweest, waardoor altijd duidelijk werd dat er familiebanden waren met de goedkopere modellen.

Het enige dat ik me als fascinerend herinner, was het futuristische commandocentrum. Ze had iets van een ruimteschip voor de burgerlijke melkweg en maakte de GSA speciaal. Dat was echt een grote bioscoop, niet alleen de Starship Enterprise ZDF, maar in het echte leven.
Lang verhaal kort, ik vond de GSA leuk.
Helaas maakte het blikken ruimteschip echter ruimschoots gebruik van het stoplicht, zodat de tante en het ruimtezweefvliegtuig graag geziene gasten waren in de plaatselijke werkplaats. Op een gegeven moment, na twee, drie of meer GS/GSA's, werd de curve van enthousiasme aanzienlijk afgevlakt. In plaats van door sterrenstelsels te reizen, gebruikte de tante liever een gemene VW Golf, wat mij op dat moment onbegrijpelijk leek.

In de toekomst strafte ik vervoersaanbiedingen met kinderlijke minachting, waarbij ik de voorkeur gaf aan de fiets boven de golfbaan, want zonder ruimteschip had alles zijn aantrekkingskracht verloren.
De Citroën GSA in het heden
Slechts een paar GSA overleefden. Dun plaatwerk, liefdeloze eigenaren en alleen de burgerlijke middenklasse gaven haar de rest.Ze is grotendeels vergeten, buiten de kringen die haar nog steeds trouw zijn.
De herinnering aan het compacte ruimtevliegtuig uit Frankrijk kwam weer boven toen ik er een zag op een Zweedse veiling. Een Citroën GSA X1 (1983), het sportmodel van het gamma waarvan je moet weten dat het überhaupt bestond.

Het commandocentrum is nog steeds fascinerend en verdient een onderscheiding voor goed, gedurfd ontwerp.
De rest is meer duidelijk, simpel, vanuit het oogpunt van vandaag. Bij het sportmodel zijn de deuren immers bedekt met plastic, dat ziet er goedkoop uit en vertoont veel blank metaal, maar was toen al iets luxe.
Het sportmodel heeft 65 pk, wat aangeeft hoe ver terug in de tijd het burgerlijke ruimteschip werd gestraald. Maar de grote spoiler aan de achterzijde laat geen twijfel bestaan over de ernst van de claim destijds.

De GSA was bijzonder veelzijdig; in tegenstelling tot de GS had hij een grote achterklep met bijbehorende opbergruimte. De aangeboden GSA X1 was een Zweedse eerste levering, met slechts zo'n 114.000 kilometer, zo blijkt uit de snelheidsmeter. Ondanks hun zeldzaamheid zijn de voertuigen nog steeds niet duur.
Bijna € 6.000 als hoogste waarde, de schatting van de veilingshuis Niet. De aangeboden GSA ging uiteindelijk voor veel minder. Wat was het probleem? Misschien is de staat, die spreekt voor zorg, maar geen reden geeft om een verzamelaarsstaat te verwachten, maar slechts terloops goed is.
Er zat immers, en dat is belangrijk, een tweede module van het commandocentrum in het pakket.
Redundantie is belangrijk, ook belangrijk in ruimteschepen. Want de schappen van Citroën zijn al lang leeg bij de GSA.
Met foto's van bilweb
Als kinderen zaten we ervoor en waren verbaasd.
Reserveonderdelen kwamen via familieleden uit de Elzas naar de DDR, wat zelfs voor ons kinderen super spannend was, ook al hadden we op 6-jarige leeftijd geen idee waarom-waarom-waarom.
Nokkenassen, bougies en vooral de ballen voor de hydropneumatiek kwamen in een koffer naar ons toe.
En ja, het was toeval dat er geen Skoda's waren en daarom werd mij gevraagd of ik een van de 5000(?) Citroën wilde bestellen.
Niks Stasi, niks feest, zomaar.
VG Andreas
Vroeger was er een heel pak GS/GSA uit DDR-voorraad. Zijn ze allemaal weg?
Uiteindelijk was die van ons binnen korte tijd volledig weggeroest, er was niets aan te doen.
We hadden die van 82-83 tot 1992 of zoiets.
De cruciale tiende van een millimeter?
Als kind ontmoette ik enthousiaste Citroënisten op het strand. Zij waren op vakantie in Scandinavië met een CX en wij met een Volvo...
Haar jongen en ik spraken binnen gehoorsafstand van zijn vader. Zijn zoon zei trots: Citroën! Ik ben nog trotser, we rijden in een Volvo (ik vond het ook wel passen op de vakantiebestemming)...
Vader: Oh, Volvo, ze wegen twee ton en hebben zo'n dik plaatstaal.
Het bleek dat we in Duitsland niet ver van elkaar woonden en elkaar meerdere keren thuis ontmoetten. Aardige mensen en, de absolute hamer, zelfs een SM aan huis.
De vader had enorm overdreven. Op dat moment woog geen enkele Volvo meer dan 1.400 kg. Het plaatwerk was geen millimeter dikker, maar slechts 3 tot max. 4 tienden), afhankelijk van het merk, model, vergelijking en referentiepunt. Vandaag vraag ik me af of deze misschien doorslaggevend waren?
Roest en doorroesten zijn ook bekend bij Volvo-rijders van auto's van deze vintage. Misschien is het veel doorslaggevender of er (nog of ooit?) voldoende stof was om ook als relatieve leek überhaupt te kunnen lassen?
Misschien maakten die paar tienden het verschil en maken ze het vandaag nog?
Je moet ergens beginnen om een schone naad te tekenen en misschien zelfs te slijpen. Misschien ging Citroën gewoon te snel te ver? Wie weet?
Grappig/PS
De plaatsing van het reservewiel is zoooo Frans. Ik vind haar heel charmant en pragmatisch. Enerzijds rolt de Duitse hoorn van mijn teennagels op als ik denk aan de thermische belasting van het rubber of het feit dat hete uitlaatspruitstukken, brandstofleidingen en een extra vuurlast zonder aarzelen onder één kap kunnen worden gebracht. Een 5 l jerrycan in het reservewiel en een slagontsteker in de voorbumper ontbreken nog...
Aan de andere kant is een reservewiel onder de koffervloer en eventueel bagage of lading bovenop ook behoorlijk dom - het is in ieder geval niet erg Frans
Onder de kofferbakvloer ligt al frans, maar dan precies goed. Niet alleen onder de kofferbak, maar onder de auto. Zelfs met een beladen koffer kun je er redelijk goed bij, maar het reservewiel is dan gewoon vies en helaas ook nat als je het verwisselt.
Maar je moet een dood sterven...
Om deze reden hebben nogal wat destijds het reservewiel in een plastic hoes gepakt om het schoon (en droog) te houden.
Maar een dood (...) ...
Dat vat het perfect samen. Het was een geweldige tijd in de autotechniek toen je nog vrije keuze en echte alternatieven had 😉 ...
Is dat buitengewoon? Dat ken ik van grotere VW's (bijvoorbeeld Sharan), en het lijkt me meestal pragmatisch.
Je leert altijd weer iets nieuws, het verbaast me eigenlijk dat dit bij een Duitse fabrikant verkrijgbaar is. Mogelijk uitgevoerd vanwege de derde zitrij en lijkt geïnspireerd op de Voyager.
De oplossing met een kabellier lijkt mij echter gevoeliger en vergt meer onderhoud dan die met de draadmand en spindelschroef die ik ken van AX of Saxo.
Maar het is interessant wat door wie is ontwikkeld.
Star Wars
Echt een grappige cockpit. Je doet meteen denken aan oudere sciencefictionfilms.
Grappig hoe ouderwets en conventioneel het bedieningsconcept en de besturing van hun ruimteschepen ons vandaag de dag lijken...
De Star Wars-saga, die achterstevoren werd verteld en gefilmd, is bijna verontrustend. Met als (onbedoelde bij)effect dat techniek en design zich ook in de toekomst achteruit lijken te ontwikkelen!
Ik hou van de vergrotende instrumenten. Hier heeft Citroën zeer intelligent geanticipeerd op de toekomst met analoge middelen en displays en HUD doordat bijvoorbeeld een snelheidsmeter alleen de huidige snelheid aangeeft. Een slimme reductie tot de essentiële informatie...
Op een smal, bochtig landweggetje met 80 km/u hoef je er niet constant rekening mee te houden dat de auto ook 0 tot 79 of 81 tot 270 kan.
Maar de Lupentacho is ouder dan de GSA, vroeger was hij mooier, groter en centraler. Ik vind de displays en bedieningselementen van de GSA net zo retrograde als de technologie en het ontwerp in de Star Wars-saga. Dat heeft Citroën vroeger toch beter gedaan?
Het display, dat een elektronisch display is, is iconisch. Ik heb tot nu toe geen contact gehad met de GS of GSA. Maar helaas is het gaaf!
... o, dat waren nog autotijden!
Ik kan me nog zulke vreemde/verwarde "commandocentra" herinneren bij de Zwitserse vrienden van mijn ouders (die ons in de zomer altijd op de Noordzee bezoeken) ....
(en die “boterzachte” achterbankjes)….